De professionalisering van het jongerenwerk staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Hier zijn drie redenen voor. Allereerst omdat preventief werken steeds belangrijker wordt. Er is een verschuiving van het aanpakken van problemen naar preventie, het voorkomen ervan. Tegelijkertijd is er kritiek op de kwaliteit en effectiviteit van het jongerenwerk. Het huidige jongerenwerk moet en kan beter. Tenslotte vindt er in de zorg voor kinderen en jongeren een beweging plaats naar integraal werken en wordt er een heuse jeugdketen gevormd (jeugdzorg, onderwijs, politie). Deze ontwikkelingen roepen stuk voor stuk de vraag op: wat is nu eigenlijk de kerntaak en de maatschappelijke opdracht van het jongerenwerk?
Omdat het jongerenwerk zich concentreert op de hedendaagse leefwereld van jongeren, heeft het de neiging haar historie te veronachtzamen. Dat is betreurenswaardig want het jongerenwerk kan voortbouwen op een traditie van meer dan honderd jaar zorg voor het welzijn van kinderen en jongeren uit de lagere sociaaleconomische klassen. Voor het jongerenwerk betekent deze traditie dat het ruimschoots kan putten uit een aanzienlijke body of knowledge van het vakgebied ter inspiratie, beroepstrots, profilering en legitimering.
Dit boek beschrijft chronologisch hoe het jongerenwerk zich als sociaalagogisch beroep heeft ontwikkeld. Hoewel professionalisering pas recent een expliciet thema is, heeft de daadwerkelijke professionalisering van het jongerenwerk een lange geschiedenis. Zij is verweven met het ontstaan en voortbestaan van het vakgebied. Het boek eindigt dan ook met een taakopvatting van het jongerenwerk. Dit is van belang voor het opleiden van nieuwe generaties jongerenwerkers, voor een heldere taakverdeling tussen overheid en aanbieders en voor de positionering van het jongerenwerk in de jeugdketen.
Recensie nbd biblion, oktober 2011